Wandelen door groene grensstreek De Kempen

National,Park,De,Hoge,Kempen,-,De,Teut,(english,Hoge

Variatie in overvloed: akkers, heiden, vennen, dennen, sparren, smalle zandpaadjes, brede bospaden, een kapelletje, een mysterieus graf. De Kempen vinden we supermooi. Maar is de grensstreek het spannende toneel van smokkelaars of het tevreden land van de ‘contente mens’?

Het vertrekpunt van de wandelroute ligt in Hooge Mierde, een dorp in de Brabantse Kempen.  Net na de start bij Natuurpoort De Spartelvijver voert de wandelroute langs bos en akkerland. Hooge Mierde hoort bij de gemeente Reusel-De Mierden, net als Lage Mierde en een handvol buurtschappen, waarvan de namen het landschap enigszins verklappen, zoals Kuilenrode, Heikant, Achterste Heikant, Voorste Heikant, Braakeind, Kippereind, Vloeieind en Reusel. Deze groene streek op de grens met België zou eeuwen lang het terrein van smokkelaars zijn geweest. Spannend!

Mensen zonder grote wensen

Maar de Kempen zijn ook een oase van rust. Dat lazen we althans op het infobord bij de Natuurpoort. Rust op de stille Weeldse Heide, rust op het statige landgoed De Utrecht, waar halverwege de route een dromerig kapelletje wacht. De Kempen zouden een streek zijn van mensen zonder grote wensen, vandaar dat de regio ook het land van de ‘contente mens’ wordt genoemd. “Contente mens”, vraagt Walter zich af. Mijn wandelmaatje komt zelf uit Brabant, maar herkent zich er niet in. Ik vertel wat ik heb gelezen op de website verhalenuitdekempen.nl. Dat de contente mens verwijst naar de beroemde gemoedelijkheid van de Brabander. En dat is een tevreden mens, blij met wat hij heeft, al is dat niet veel. De Brabander, en zeker de Kempenaar, was van oudsher gewend aan armoede. Op de schrale, zanderige bodem groeide weinig en was het boeren alles behalve een vetpot. Dus ja, wat zijn de Kempen nu eigenlijk? Het spannende land van smokkelaars of het gemoedelijke land van de contente mens?

De Contente mens

De Contente mens is een beeldje van een ‘rond boertje met een pet op, de handen op de rug, de blik niet fier voorwaarts gericht, maar eerder kalmpjes ondergedompeld in een soort oneindig niets’. Zo wordt het op Wikipedia omschreven. Kleine replica’s van dit beeldje staan op Brabantse schoorstenen of worden cadeau gedaan op feesten. Het originele beeld staat op de Markt van Eersel, bij de Mariakapel onder de oude boterlinde. Het groeide uit tot symbool van de Kempische volksaard. Vroeger moesten de Kempenaars hard werken voor weinig geld. Maar je hoorde ze niet klagen. Ze waren tevreden met het weinige dat ze hadden en namen het leven zoals het kwam. Ook nu nog genieten de Kempenaars van alle goede dingen des levens en zijn ze vooral ‘content’.

Naald, schors en blad

De eerste kilometers, via een karrenspoor langs de bosrand, zijn een goede workout door de grote klonten glibberige aarde. Al gauw slingert het pad zacht en verend langs een heideveldje, omzoomd door oranjekleurige pijpenstrootjes en grove dennen. Ze staan dicht opeen geplant, recht en hoog, wat een heel andere groei geeft dan wanneer de den de ruimte heeft. Dan kunnen zijn takken lekker uitdijen en heet de grove den opeens vliegden. Dennennaalden vormen een duo, D-D. De sparnaald doet het solo, S-S. De lariksnaald verkleurt, L-KL, en valt zelfs af. Nu eens een keer onthouden. We slenteren door het bos, bestuderen naald, schors en blad. Verderop liggen kale fijnsparren die ten prooi zijn gevallen aan het letterzettertje. Dat kevertje haalt zijn voedsel onder de schors van de fijnspar vandaan en laat in de bast bijtsporen na die lijken op spijkerschrift. Zijn slachtoffers liggen naast het pad, grotendeels ontschorst. Maar letterzettertjes opgelet: er zijn mensen die jullie geroosterde lijfjes ook niet te versmaden vinden

Pech voor de patrijs

Het pad wordt een breed bospad langs nog jonge akkers. Nou ja, jong, van na 1900 zijn ze. Daarvóór was het hier één grote stille heidevlakte met wat moerassen, vennetjes, een zandverstuiving en een enkel riviertje. Nu heeft de hei plaatsgemaakt voor plukken bos en vooral akkers. We staan bij zo’n akker. Op een mossig bordje van de Natuur- en Weidevogelvereniging staat dat de biodiversiteit op de akkers hard achteruitgaat. En dat is pech voor de patrijs en de geelgors, maar ook bijen en vlinders lijden eronder. Daarom zijn er twee soorten akkerranden aangelegd die in het voorjaar en de zomer een goede broedplaats voor vogels vormen en in de herfst en winter een voedselbank aan zaden zijn. Het nectar van de gezaaide bloemen vormt een waar ‘tankstation’ voor vlinders, bijen en insecten. Plots horen we een roep hoog boven ons. “Buizerd”, zegt Walter naar boven wijzend

Nietsvermoedende beuk

We wandelen verder, stilstaan maakt koud. Er volgen brede bospaden, smalle bospaden, dichtbegroeide bospaden. Een paar maanden terug stonden hier nog vliegenzwammen, varens, bramen en bosbessen. Nu vallen de iele berkjes op, waar grove dennen hoog bovenuit torenen. Walter wijst op de vier lagen: bovenaan dennen, daaronder bomen die nog licht kunnen vangen, iets lager struiken zoals vlier en lijsterbes, en helemaal onderin varens als grondbedekker. Het is een mooi systeem, alleen bij de beuk werkt het niet. Want die houdt met zijn bladerdek al het licht, water en nieuw leven tegen: ‘onder mij gebeurt niks’ is zijn motto – al weten wij wel beter dan de beuk. Want in deze bossen op de grens van Nederland en België was het eeuwenlang een komen en gaan van smokkelaars.

Douaniers werden letterlijk op het verkeerde spoor gezet
door de 'omgekeerde klompen' van smokkelaars.

Boterbrij en omgekeerde klompen

Waar een grens is, wordt gesmokkeld. En smokkelen is zo oud als de grens zelf. Arme boertjes en burgers smokkelden erop los om wat bij te verdienen. Alles wat niet te zwaar en te heet was, werd over de grens gesmokkeld. Er zijn verhalen van huisvrouwen die tien kilo boter onder hun rokken verstopten. Met een beetje pech werden ze aangehouden door een veldwachter (“U blijft wel heel lang zwanger”) of smolt de lading en gleed ze als zachte brij langs hun benen. Maar vaak genoeg hadden smokkelaars succes. Truc daarbij waren de voetafdrukken van de ‘omgekeerde klompen’ – met een extra zool, waarvan de punt vanachter zat en de achterkant vooraan – zodat de veldwachters de verkeerde kant op werden gestuurd. Ook een bevroren bodem was handig: geen spoor te bekennen! Behalve zout werden er ook petroleum, sigaretten, tabak, suiker, schoenen en zelfs parfum  gesmokkeld. Hoogtepunt van de smokkel viel in de jaren vijftig, toen de ‘boteroorlog’ uitbrak. De smokkel ontaardde in een felle strijd tussen douaniers en beroepssmokkelaars die het ‘vette goud’ in bepantserde wagens van Nederland naar België vervoerden, soms wel 1500 kilo, waar ze het  vermengden met Belgische boter en dat opnieuw verpakten en verkochten

Geklets aan het Zwartven

We wandelen verder, passeren een bankje en zien, tegenover een prachtige grote vliegden, het Zwartven opdoemen. Zwart blinkend als een oog, omringd met gouden wimpers van riet en een decor van diepgroene dennen. Er zou hier, op dit laatste restje van een ooit reusachtig heideveld, klokjesgentiaan, witte snavelbies en zonnedauw moeten groeien. Er komen levendbarende hagedissen voor en hoog in de lucht of scharrelend tussen de hei kun je de boompieper zien en horen. Er komt een oude man naast ons op het bankje zitten. Elke dag schuifelt hij met zijn stok over de bospaadjes naar dit plekje. Houd je dat vol, dan kun je negentig worden, heeft zijn arts beloofd. De gegroefde grijze man draait zich naar ons toe. “Zijn er nog vogeltjes te horen”, vraagt hij. “Ja hoor, de buizerd”, zegt Walter. De man blijft onbewogen. “De buizerd”, herhaalt Walter iets harder, maar ook dan geen krimp. “DE BUIZERD”, schreeuwen we bijna uit. Waarop de man zegt: “Zei je wat?” We schieten in de lach. Dan biecht hij op dat hij zijn gehoorapparaat niet in heeft, want al dat  geklets van mensen wordt hem al snel te veel. Maar de buizerd had hij graag  gehoord. Morgen een nieuwe dag.

Het Zwartven, zwart blinkend als een oog.

Drama langs de grens

Over een heideveldje wandelen we richting bosrand. Dan over een zandvlakte en verderop tussen een rijtje fragiele eikjes en berkjes door. Het is nog licht, tijd genoeg voor een extra lus. Die gaat langs de kapel van Kruisberg, net over de grens, eenzaam en verlaten tussen hoge eiken gelegen. We cirkelen eromheen, ontdekken een kapot raampje, zien binnen een klein altaar, meer niet. De kapel zou iets te maken hebben met een voorval verderop, op landgoed De Utrecht. De plek is gemarkeerd met een groot bord waarop Grensdrama staat. We vinden er een graf, onder een jonge wilg tegen een veld vol zonnebloemen met hangende kopjes, dat het trieste verhaal vertelt van Jan Jozef Beyens. De jonge vader werd hier – of was het bij de kapel? – iets meer dan een halve eeuw terug doodgeschoten. En tot op de dag van vandaag is het onduidelijk of hij een eenzame stroper of eerzame jager was. En waaróm moest Beyens sterven? De vragen gonzen nog altijd rond.

Liever een buik dan een bult

We besluiten het verhaal nog eens te googelen na afloop, in De Bijenkorf in Hooge Mierde. Het café ligt tegenover de begraafplaats en de Johannes Evangelistkerk, die er nog steeds zo mooi bij ligt als in een grijs verleden. Met een toegangslaan, waarvan de kruinen elkaar raken om zo een tunnel te vormen. En dat is mooi, zeker nu de schemering over het dorp valt en de maan als een sikkel boven de kale takken verschijnt. Het is lekker warm in De Bijenkorf, donkerbruin, rumoerig. Een tegeltje aan de muur brengt ons op andere gedachten dan googelen. Liever een buik van het drinken dan een bult van het werken, staat erop. Wat de ware aard is van de Kempenaar –  smokkelaar, armoedzaaier, drinkeboer, verhalenverteller, leugenaar, stroper, jager of grappenmaker? We laten het voorlopig even los.

Deze route is afkomstig uit Toeractief 1 – 2023. Wil je alle routes van deze edities ontdekken? Dat kan! Bestel dit nummer hier

Wandelroute Hooge Mierde

[elevation 0=0=gpx="/wp-content/uploads/gpx/TAC 1=Brabant 2=Hooge 3=3=Mierde.gpx" 4=4=marker="position-marker" ] ")

Informatie

Afstand: A (11 km), A + B (13,9 km), A + B + C (16 km)
Vertrekpunt: Natuurpoort De Spartelvijver, Weeldsedijk 1 5095 EC Hooge Mierde
Routeverhaal: Toeractief 1-2023, pagina 24
Routeboekje: pagina 4

4/5 - (3 stemmen)

Bekijk ook...

1 reactie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *