Waterland is op zijn mooist als in de wintermaanden de tot de rand gevulde sloten met een vliesje ijs zijn bedekt en elk grassprietje onder de ijskristalletjes zit. De knisperende kou is fijn, als je je maar af en toe ergens kunt opwarmen. Deze route gaat daarom door veel stadjes en dorpen, zoals Marken, Edam, Volendam, Monnickendam en Broek in Waterland. Stuk voor stuk prachtplaatsjes. In sommige is het ’s zomers razend druk met toeristen, maar ’s winters is het er precies gezellig genoeg en zijn er altijd gastvrije zaakjes te vinden.
Zomer of winter, weer of geen weer: de Marken Express brengt fietsers van Volendam naar Marken. Wanneer wij het schiereiland naderen, baadt het in de zon tussen slierten witte wolken. Het Paard van Marken is al van ver te zien. In een van de groen geschilderde cafés aan de haven zitten Irene en Grietje, twee op Marken geboren en getogen zussen, op ons te wachten. Terwijl we iets warms drinken, vaart de Marken Express alweer uit. Een groot portret van zanger Jan Smit siert de flank van de boot. Of ze op Marken net zo goed kunnen zingen als in Volendam? “Neen, helemaal niet”, zegt Irene. “Volendam en Marken hebben beide mooi klederdrachten, maar verder verschillen we behoorlijk.” Grietje vult aan: “Het komt door het Spaanse bloed. Na de Tachtigjarige Oorlog bleven er Spaanse soldaten in Volendam achter. Die hebben het verschil gemaakt. Daarom is Volendam katholiek, terwijl alles eromheen protestant is of was.” Volgens de zussen dragen de meesten mensen op Marken de streekdracht niet meer. Behalve op Koningsdag, dan loopt jong en oud in klederdracht. “Alles zit netjes opgevouwen in dozen”, antwoordt Irene op de vraag of iedereen de traditionele kleding gewoon in de kast heeft hangen. “Voor elke gelegenheid is er andere, met de hand geborduurde kleding: geboorte, rouw, zondags, doordeweeks enzovoort. Het wordt van generatie op generatie doorgegeven.”
Het hele artikel lees je in Toeractief 1 – 2024.