Vijf tips om een natuurdagboek te starten

Natuurdagboek
Foto Lisette Eisenga

Een natuurdagboek is een creatief schetsboekje met aantekeningen over de natuur. Door te tekenen welke planten je ziet bloeien en welke dieren je ziet, wordt je je extra bewust van je omgeving en de wisseling van de seizoenen. Vijf tips om zelf een natuurdagboek te starten.

Tekst Kirsten Dorrestijn Foto’s Lisette Eisenga

De eerste bloeiende plantjes, een vliegende Koninginnehommel, paddenstoelen in de herfst: in een natuurdagboek noteer je wat je ziet en ervaart door de seizoenen heen door middel van tekeningen, knipsels en natuurvondsten.

Voor Lisette Eisenga (1978) van Struinkunst.nl is haar natuurdagboek een uitlaatklep voor gevoelens en inspiratie. Het boekje is een schetsboek, een gewoon dagboek en art journal in één – altijd gericht op de natuur. ‘Ik maakte bijvoorbeeld een notitie van een bloempje dat als eerste bloeide dit jaar – de vroegeling, aantekeningen van een wandeling en een tekening van een kikker die ik tekende tijdens een lezing over kikkers. Ik gebruik fineliner, potlood, aquarel of acryl, ik maak collages en schrijf stukjes tekst. Zo worden het heel persoonlijk boekjes, én een soort tijdscapsules: door de jaren heen zie ik mijn creatieve ontwikkeling.’

Neem je boekje mee naar buiten

“Als ik buiten loop, raap ik van alles op, zoals mooie takjes en blaadjes, ik teken stukjes boomschors na of een mooie wolkenlucht”, vertelt Lisette. “Ik heb een penseel met waterreservoir om buiten te aquarelleren. Eenmaal thuis, verwerk ik alles in mijn natuurdagboek. Takjes teken ik na, maar ik plak ook soms stukjes mos in of ik naai takjes op het papier. In mijn etui zit altijd naald en draad. Foto’s print ik uit en plak ik in.”

Je hoeft niet goed te kunnen tekenen

Volgens Lisette is het niet nodig om goed te kunnen tekenen. “Je kunt bijvoorbeeld collages maken van verschillende materialen. Verzamel tijdens een wandel- of fietstocht blaadjes die je op de grond vindt, of bewaar een theezakje van lekkere thee die je onderweg dronk. Noteer erbij waar je was en met wie, hoe lang je gewandeld of gefietst hebt en hoeveel kilometer.”

Zet je perfectionisme opzij

Perfect hoeven de pagina’s niet te worden. Lisette: “Stel dat je ergens koffie zit te drinken en er valt een druppel in je schetsboek: laat de vlek lekker zitten. Je zult je later nog precies herinneren waar je zat.” Volgens Lisette zijn er allerlei manieren om onzekerheden te omzeilen. “Als je iets gemaakt hebt waar je niet blij mee bent, kun je er een plaatje uit een tijdschrift overheen plakken of er met verf overheen schilderen. Bij een ringband kun je de pagina eruit scheuren.”

Begin klein

Gebruik een klein schetsboekje, bijvoorbeeld A6-formaat. Die kun je makkelijk in je zak steken. Ook maakt een klein formaat de drempel om te beginnen minder groot. Maak er een gewoonte van om aan het begin van de dag of juist aan het eind van de dag erin te werken.

Ga op een mooi plekje zitten

Lisette: “Als je wandelt, maak je veel herrie. Van vogels hoor je hun alarmroep. Als je rustig zit, merken dieren jou niet op. Grote kans dat er een vos voorbijloopt!” In de stad schetsen vindt Lisette nog altijd spannend omdat mensen al snel gaan meekijken. Maar op een beschut plekje in de natuur gebeurt dat niet. Lisette: “Begin eens in je eigen tuin, of in een park zittend tegen een boom.”

Wil je meer weten over het moois dat we kunnen vinden buiten en wat je ermee kunt doen?
Neem hier een kijkje op de website van Lisette.

Natuurdagboek
Foto Lisette Eisenga

 

5/5 - (2 stemmen)

Bekijk ook...

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *